De Conferentie van Vlaamse Gerechtsdeurwaarders (CVG) verenigt de beroepsgroep en verdedigt de belangen van de Vlaamse gerechtsdeurwaarders, dit zowel ten aanzien van de andere beroepsorganen als ten aanzien van de bevoegde beleidsinstanties.
De vereniging is in de aanloop van het jaar ‘99 -2000 ontstaan uit een reformatorische respons van een aanzienlijke groep Vlaamse Gerechtsdeurwaarders, ten aanzien van het toenmalige beleid van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders van België. Dat beleid stond onder hoge druk naar aanleiding van enkele profielen binnen het nationale justitiebeleid, meer in het bijzonder met betrekking tot de figuur van de gerechtsdeurwaarder, specifiek ook de gerechtelijke uitvoering. De Nationale Kamer bleek toen niet bij machte voldoende weerwerk te bieden.
De onderliggende grondstroom binnen het Vlaamse korps resulteerde per 13 december 2000 in de oprichting van de VZW Conferentie van Vlaamse Gerechtsdeurwaarders (CVG). Centraal topic was oorspronkelijk de bijsturing van zowel het interne als het externe beleid van de Nationale Kamer, alsook de werking en standpunten van die Nationale Kamer te verfijnen in een open geest van overleg met alle geledingen van het maatschappelijk en politiek veld.
“Be good and tell it, but first of all be good.”
De confrontatie met het politiek-maatschappelijk debat verplichtte de vzw CVG in 2001 snel tot het oprichten in eigen schoot van een de facto studiedienst om de opgeworpen maatschappelijke discussies technisch te counteren. Meer nog, de resultaten van de studiedienst dienden daarna werkzaam de doelgroepen extra muros te bereiken. Concreet werd de CVG geconfronteerd met politieke voorstellen inzake het afschaffen van de toenmalige beslagprocedure, met in de plaats de installatie van een collectief en eenmalig beslag. In samenspraak met het vernieuwde Directiecomité van de Nationale Kamer kon het politieke debat bijgestuurd worden, wat uitmondde in de aanpassing van art. 1524 Ger.W., met behoud van het recht van elke burger op individuele gerechtelijke uitvoering.
Het engagement van vzw CVG resulteerde verder in een sociaal netwerk op basis van een praktische en pragmatische aanpak, zowel binnen als buiten het korps, weg van communautaire gedachtegangen en in goede verstandhouding met de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders. Specifiek werden de contacten met de Franstalige collegae gewaardeerd in wederzijds respect en overleg, en resulteerden in de stichting van de Franstalige zustervereniging vzw UFHJ op 7 juni 2012. Het overlegplatform verkreeg aldus een bijkomende nationale dimensie.
In de geest van een open reflectieplatform en geïnspireerd door de wet van 7 januari 2014 streeft de vzw CVG – na de voormelde eerste fase waarbij een werkbaar instrumentarium voor de gerechtsdeurwaarder bestendigd werd – nu naar een verruiming en verjonging inzake haar beleid en beheer, alles met een kritisch sociaal oog. Concreet trad nadien een jonge generatie leden aan, met stagiair-, kandidaat- en titularis-gerechtsdeurwaarders, zowel in de Algemene Vergadering als in het Bestuursorgaan, en nu ook met een vrouwelijke voorzitter, Barbara STROBBE.
Anno 2021 is de vzw CVG dus dynamisch gestroomlijnd om haar bestaansreden en haar grondstroom in een steeds veranderende maatschappij, zowel op juridisch, sociaal als digitaal vlak beter van dienst te zijn.
De CVG verbindt niet alleen stagiair-, kandidaat- en titularis-gerechtsdeurwaarders onderling, maar legt ook verbanden over de beroepsgrenzen heen.
Door zowel intern als extern in te zetten op duidelijke communicatie wordt voortdurend gestreefd naar een transparante werking.
De gerechtsdeurwaarder is niet de stoffige ambtenaar van gisteren, maar wel de dynamische juridische actor van morgen. Een progressieve houding is onontbeerlijk.
Door proactief te handelen en vooraf te anticiperen speelt de CVG in op politieke bewegingen en juridische vraagstukken.